Geplaatst op Geef een reactie

Geproefd: Rabarbarella, mijn rabarber-pale ale

Toen we vorig jaar verhuisden naar een huis met een grotere tuin, ontdekte ik achteraan een stevige rabarberplant. Als rechtgeaard rabarberfan wist ik meteen: daar brouw ik ooit mee. And behold: hier is de Rabarbarella!

Het recept hield ik erg eenvoudig: een pale ale met Saaz als bitterhop en Nelson Sauvin als aroma- en finishing hop. De bitterheid beperkt houden was een tip die ik kreeg van The Mad fermentationist: bitter en zuur zijn namelijk geen vriendjes van elkaar. Na het brouwen liet ik het bier lageren op rabarber die ik ingevroren had. Drie kilo. Na een maand lageren ging het bier in de fles. De batch is bijna op, dus het was hoog tijd voor een paar proefnotities. ‘Ere we go…

Uitzicht: goudgele kleur. Witte kraag die vrij snel verdwijnt, maar da’s een effect van het fruit: in de meeste fruitsoorten zit een enzyme dat de kraag tegenwerkt. Absoluut niet troebel, hoewel het bier enkel natuurlijk gefilterd is. Mooi, op de verdwijntruc van die kraag na.

Geur: pure, onversneden, zalige rabarber. Helemaal achteraan komt de hop even piepen.

Smaak: damn. Rabarber galore. Zuur, ja, maar helemaal niet overweldigend zoals verse rabarber dat is. Nee, eerder een klein, fruitig zuurtje. Best lekker, en helemaal niet bitter, zoals verwacht. Volgende keer misschien een beetje meer aromahop en wat minder rabarber. Voor de rest: een perfect bier voor een zomerse winter zoals deze. Schol!

Geplaatst op Geef een reactie

SMASH!

Nope, dit is geen tennisblog. In brouwerstermen staat een smash voor Single Malt, Single Hop. Met andere woorden: je brouwt een bier waar maar één soort mout en één soort hop in zit. Polaris, in dit geval.

Meestal brouw je een smash om een nieuw type mout of hop te leren kennen, en dat is ook bij mij het geval. Polaris is een hopsoort waar zelfs het internet nog vrij vaag over is, zo nieuw en onbekend is hij. Zeldzame beschrijvingen zijn ronduit bizar: “ice candy”, eucalyptus, peppermint, and citrus. Of dit: Intense floral and pleasant mint tones.

Ijslollies? Pepermunt? Eucalyptus? En dat in een hop? Toen ik hem een tijdje geleden toevallig te pakken kreeg, wist ik dus wat te doen: een smash brouwen. Pale malt zorgt voor de backbone, en er gaat drie keer Polaris mee in de ketel. Daarna wordt het bier ook nog eens gedryhopt.  American Ale gist garandeert een neutrale vergisting, zodat de hop alle aandacht krijgt die hij verdient.

Benieuwd wat het wordt. Ach, desnoods maak ik er ijslollies van.

 

 

Geplaatst op 1 reactie

Geproefd: de Merci, mijn Imperial Chocolate Stout

Begin februari brouwde ik een bier om iedereen te bedanken die me had helpen verbouwen en verhuizen. De naam was er eerst: de Merci. En met zo’n naam kan je niet anders dan een chocolate stout brouwen. Een dikke chocolate stout.

In een chocolate stout zit geen chocola: door verschillende mouten te combineren, bouwt de brouwer een graanprofiel met de geur en smaak van chocola van het donkerste soort. Om dat doel te bereiken gingen er in deze stout niet minder dan 8 verschillende mouten. En veel mouten: 11% alcohol bereik je namelijk niet met een kilootje graan of twee. Want Imperial moest deze stout zijn. Ik proefde de Merci een half jaar na bottelen…

Uitzicht: zwart. Pikzwart. Met andere woorden: er is geen doorkijken aan. Prachtige, volle, donkerbruine kraag. Ook erg mooi: tijdens het leegdrinken van het glas blijkt dat de Merci traant. Nice.

Geur: donker, mout, gedroogd fruit (pruimen?), getaand. O ja, en chocola. En dan nog chocola. En tussendoor wat chocola.

Smaak: goede mout-hop balans die uiteindelijk toch overhelt naar de mouten. Vrij bitter, maar dan zoals zwarte chocola dat is. Tamelijk boozy, maar niet overdonderend. Kan moeilijk anders, met zo’n alcoholgehalte. Een echt winterbier.

Extra: pikte een stukje donkere chocola van de Sint en proefde het side by side met de Merci. Een pairing die lichtjes op een paring leek.

Cheers, verbouwers en verhuizers aller landen!

 

 

Geplaatst op Geef een reactie

Bloody hell! Een saison met rode biet!

Stond al lang op het programma, is er eindelijk van gekomen: een saison met rode biet. Werktitel: bloody beetroot. Voor deze ‘saison with a twist’ heb ik een kilo rode biet gesneden en mee aan de maïschketel toegevoegd. Ik hoop dat de aardse smaak van de bieten mooi samengaat met de saisongist. En dat de kleur blijft zoals ie in de ketel was – en zoals je hierboven ziet: rood.

Suggesties voor een goede naam zijn trouwens  welkom!

 

Geplaatst op Geef een reactie

Geproefd: Saaz Matters, mijn saison voor deze herfst

Saison is een heerlijke bierstijl. En een eerlijke: no nonsense. Gewoon veel pilsmout, een paar percentjes tarwe en speciaalmout (in dit geval munich), stevig maar niet overdreven gehopt, en dan: een saisongist erbovenop. Ik combineerde de Belle Saison van Danstar met de T58 van Safale, en koos naast de traditionele Saazhop voor een Amerikaantje: Centennial. Centennial is een van de typisch Amerikaanse hoppen die  ipa’s hun smaak en geur geven. Een stevige overdose van deze hop, zowel in de ketel als achteraf, kreeg een plaats in dit recept. Ik koos ervoor om laag in alcohol te blijven, rond de 6%, net als de traditionele saisons. De seizoensarbeiders van weleer mochten hun dorst lessen, maar niet zat worden. Hoewel ik me kan inbeelden dat er hier en daar toch wel wat volk achter een hooibaal bleef liggen na de middagpauze…

Uitzicht: mooi strogeel, lichtjes troebel, met de typische saisonkraag: overvloedig en stevig. Mooie pareling.

Geur: eerst komen de hoppen aanwiegen (bloemetjes, best wat citrus), meteen daarna de gist. Een klein beetje wee, stro, stal. Heerlijk.

Smaak: gist, hop en mout houden elkaar mooi in evenwicht. Niet te bitter, wel een mooie bite. Saaz en Centennial vormen een mooie match, en sluiten fijn aan bij de smaken die de gist heeft geproduceerd. Een absoluut geslaagde saison. En ’t zal niet de laatste zijn. Santé!

saaz3

Geplaatst op Geef een reactie

Eentje uit de oude doos. Of bierbak.

Twee jaar geleden vroeg een collega me om een biertje te brouwen als cadeau voor de peters van z’n kinderen. Dus bedacht ik de ‘Peter porter’: een zwarte, lichtjes gebrande doordrinker in traditionele porterstijl, een lichte variant van de stout. Een verhaal dat ook inhoudelijk helemaal rond is: de ‘porters’ waren in vroeger tijden namelijk de kruiers of dragers in de Londense haven. Net zoals een peter z’n petekind mee naar volwassenheid draagt…

Cheers, peters!