Geplaatst op Geef een reactie

Geproefd: de d’Ardennen

De d’Ardennen. Een bier genoemd naar z’n gist: de Wyeast Ardennes, naar het schijnt de huisgist van Achouffe. Logisch dan ook, dat ik daar een Chouffe Houblon-kloon mee wou maken, maar wel iets minder straf en minder bitter. Wat 3 maand geleden dan ook gebeurde. En nu: proeven maar!

Uitzicht: misschien beginnen met het etiket. Alweer een pareltje, met dank aan Floris Van Opstal. Minimalistisch, maar net daardoor zeer fijn. Verder: een heel stevige witte schuimkraag topt een mooi parelend bleekgeel bier af.

Geur: citrus. Fris, zestig. De hoppen zijn mooi aanwezig. En dan wat kruidigheid. Peper, koriander, alhoewel die er niet in zitten. Blame it on the yeast.

Smaak: in de smaak neemt de gist het voortouw: spicy, peper, bijna agressief. Daarna komen de hoppen: Simcoe en Centennial zorgen voor een frisse fruitigheid en beheerste bitterheid achteraan. Al bij al een lekker gebalanceerd bier, met een mooi evenwicht tussen hoppen en gist.

Geplaatst op Geef een reactie

Keldersurprise: de Peter Porter

Toen ik gisteren in de bierkelder dook om wat spullen bij elkaar te rapen, stootte ik op een oud flesje homebrew, zonder etiket. Ik had dorst, dus stopte het bier in de ijskast en deed het wat later open. Aan de kleur te zien, was er maar één optie: dit was de laatste Peter Porter, een bier dat ik twee jaar geleden voor collega David Boon brouwde, en waarmee hij alle peters van z’n kinderen verraste. Benieuwd deed ik een slok.

 

Stevig donkerbruin schuim topte een bijna maar toch niet helemaal zwart bier af. In de geur kwam allerlei lekkers me tegemoet: lichtjes gebrand, beetje zoet, kleine vineuze toets. In de smaak: heel veel donkere chocola, lichtjes bitter dus ook, en helemaal niet te zoet. Eerste tekenen van oxidatie brachten wat wijnzuurtjes mee.

 

Het is ongelooflijk hoe een zelfgemaakt bier, zonder conserveer- of smaakmiddelen, de tand des tijds zo mooi weerstaat. Vooral omdat het een eerder licht bier is, van amlper 6% alcohol. Eat your heart out, inbeffers.SAM_0936.JPG

Geplaatst op Geef een reactie

43 keer geproefd: de Love you Longtime

LYLTBegin mei organiseerde ik samen met Steven De Wachter onze derde KeetTering-avond: een food- en bierpairingnacht, telkens rond een bepaalde bierstijl. Het thema dit keer was saison, een onderschatte bierstijl uit Henegouwen. We serveerden onder meer zelfgemaakt saisonijs, homemade gravad lax met La Vermontiose van Brasserie de Blaugies, en  – als klap op de vuurpijl – hamburger van zwarte pens met een zelfgemaakte saison: de Love you Longtime. 43 gasten proefden, en ik deed dat nog een keer over met het laatste flesje.

Uitzicht: ’t Is duidelijk: er zit een saison in het glas: een waanzinnige schuimkraag stapelt zich boven een strogeel bier. Stevige pareling: de gistbrokjes vliegen letterlijk alle kanten uit. Mooi zo.

Geur: in de neus opent zich een waanzinnig fruitmandje, met mango, passievrucht en citrus. De eerste twee komen duidelijk van de mosaic-hop, de citrus is (denk ik) voornamelijk afkomstig van de stukken citroengras die ik gebruikt heb bij het brouwen. Een lichtjes weeë geur verraadt de gist.

Smaak: eerst komen de smaken van de hop binnen: een zoet fruitbommetje vult de mond, al snel gevolgd door de citrustoetsen, en de typisch saisongist: lichtjes grassig, lichtjes wee. Daarna komt de bitterheid van de hoppen aanwaaien, en die zorgt ervoor dat het bier erg fris eindigt. De alcohol is misschien iets te prominent, maar wat wil je met zo’n 8,5% alcohol?

Uit de reacties blijkt duidelijk dat de Love You Longtime een onverhoopt succes is: de combinatie van gist, Mosaic en citroengras zorgt voor een prachtig aroma, en het bier is complex en fris. En wat meer is: het paste perfect bij de zwarte pensenburger. Will brew this one a longtime!

 

Geplaatst op Geef een reactie

Geproefd: de kiwi tripel

Eind oktober vorig jaar brouwde ik de Kiwi Tripel. De inspiratiebron: de Westmalle Tripel. Blond, ver uitgegist (dus straf en niet zoet – de val waar de meeste tripelbrouwers in trappen), en met een typische Belgische Abbeygist. Het enige verschil: in plaats van een klassieke, nobele hop uit onze regionen koos ik voor 100% Nieuw-Zeelandse hoppen: Wakatu als bitterhop, en Nelson Sauvin als aroma- en dryhop. Naar mijn gevoel (en hoop) waren die hoppen mooi complementair met de gist. Tijd om droom en daad aan elkaar te toetsen.

Uitzicht: mooie, stabiele schuimkraag die redelijk standvastig is. Niet zo mooi als de Westmallekraag, maar best ok. Goudgeel bier, dus ook wel wat donkerder dan een echte tripel. Iets teveel speciaalmout dus, maar dat komt de complexiteit ten goede. Mooie parel, en helder.

Geur: hier wordt het interessant. Een beetje citrus, van de Wakatu. Vineuze tonen, van de Nelson. En dan, inderdaad: de o-zo-herkenbare banaantjesgeur van de Westmalle Tripel. Een apart triootje, maar wel eentje waar je goesting van krijgt. Om te proeven, bedoel ik dan.

Smaak: eerst komen de hoppen binnen, met een fijne bitterheid. Wat zeste, gecombineerd met de typische aardse tonen van de Nelson. De alcohol is – hoe kan het ook anders – merkbaar aanwezig. Kleine zoete toets, die wat weerwerk biedt aan de hoppen. En het zijn vooral die hoppen die blijven hangen: mooie, droge afdronk, die van geen ophouden weet. Fijn.

’t Is duidelijk: de Nelson maakt van deze tripel een geslaagd experiment. Spijtig genoeg is deze hop schaars geworden, omdat hij zo in is. Hopelijk kan ik hem nog eens vinden, want deze tripel wil ik graag nog eens brouwen. Cheers, en tot de volgende!

Geplaatst op Geef een reactie

Geproefd: de Singin’ in the Rye, Campari edition

De inspiratie om mijn roggebier te blenden met Campari? De Boulevardier: een klassieke cocktail die rye whiskey combineert met vermouth en Campari. Na twee maanden rijpen op fles, was het tijd om te proeven. Here we go…

Uitzicht: dieprood, zoals te verwachten. Iets verrassender is de schuimkraag: ongelooflijk vol en dik, en bovendien een minutenlange blijver. Lang geleden dat ik nog eens zo’n schuimparty meegemaakt had.

Geur: een fijne hint Campari, ingebed in een mooi laagje harsachtige hop. Leuk.

Smaak: bitter, uiteraard. Nogal wiedes, als je Campari combineert met een stevig gehopt bier. Maar het is een vriendelijke bitterheid: hier geen assertieve mokerslag die je mond herleidt tot een droge vod, wel een mooie combinatie van bittertoetsen, die daarna plaatsmaakt voor de rogge: een spicy accent dat goed past bij de Chinook. En bij de Campari.

De toon voor een experimenteel brouwjaar is alvast gezet, want ook de d’Ardennes krijgt een klein blendbroertje op basis van een cocktailidee. Maar daarover een volgende keer meer. Cheers!

Zoek de 7 verschillen.