Geplaatst op Geef een reactie

O so fresh: d’Ardennes

Nog geen week oud en nu al even veelbelovend als Lukaku op die leeftijd: de d’Ardennes, mijn Belgian style ipa. Amerikaanse Simcoe en Centennial hoppen smijten zich met liefde bovenop een heerlijk Belgisch gistprofiel. De lente is thuisgekomen.

 

SAM_0722

 

Geplaatst op Geef een reactie

In het gistvat: de Barley Legal. Barely legal in de States.

 

Tonkabonen. Het zaad van de Dipteryx Odorata, een inheemse boom uit noordelijk Zuid-Amerika. Zoals de naam al zegt: erg welriekend, met toetsen van vanille, kruidnagel, amandel en kaneel. Verantwoordelijk voor al die geuren is coumarine, een stof die bij hoge inname leverschade, nierschade en hoofdpijn veroorzaakt. Iets wat volgens mij voor de meeste bieren opgaat, maar voor de FDA (het Amerikaanse Food en Drug Department) reden genoeg was om tonkabonen te verbieden. En voor mij een extra reden om ermee te brouwen.

Het idee achter de Barley Legal: een fluweelzachte, volmondige stout. Zo eentje die aan je glas blijft plakken en je mond vult met een coating die er uren in blijft hangen. Daarvoor zorgen niet minder dan 10 mouten, getoaste havervlokken en kokospalmsuiker, een donkere ongeraffineerde suiker. Alle zwarte mouten zijn toegevoegd na het maïschen, zodat ze zo weinig mogelijk bitterheid afgeven. Ook de bitterhoppen bleven beperkt tot enkele grammen.

Maar na de vergisting begint het pas: een week lageren op tonkabonen en gekarameliseerde kokosschilfers, en dan op 2 kilo krieken, enkele maanden lang. Dit wordt er eentje voor de eindejaarsfeesten.

SAM_0717
Ferment it away, baby!
Geplaatst op Geef een reactie

Geproefd: de Bitte ein Biet

 

In november vorig jaar brouwde ik de Bitte ein Biet, een saison met rode biet. Tijd om wat proefnotities te delen.

Uitzicht: goud, bijna amber, met een fijne rode gloed. Met andere woorden: bijna alle kleur van de rode biet is verdwenen. Bizar, maar het moet gezegd: het ziet er heel mooi uit. Verder de typische, overvloedige saisonkraag, en een stevige parel.

Geur: aaaah, saison! Die gist! Ook het graan komt piepen. Weinig hoppiness.

Smaak: very, very, very saison. Kruidig, lichtjes spicy en een zuurtje. Een klein bittertje dringt zich op, maar doet niet moeilijk. Heel lange, moutige afdronk, waarin alles mooi samenvloeit. Liquid bread, quoi. Er zit een aardse toon in, maar om nu te zeggen: ‘ha, rode biet’? Nee, dat niet. Voor de grap wat puur bietensap toegevoegd, maar da’s erover: teveel biet, te weinig bier.

Conclusie: een saison waarbij de rode biet spijtig genoeg vrij ver weg zit. Gelukkig is het nog steeds een geslaagd bier, in alle opzichten. Volgende keer toch wat rode biet toevoegen aan het gistvat, al was het voor die prachtige rode kleur. Cheers!

Geplaatst op Geef een reactie

Taking biercocktails to the next level

Een biercocktail is wat het zegt dat het is: een cocktail met bier als ingrediënt. Ik besloot een stapje verder te gaan en een biercocktail rechtstreeks te bottelen in de fles: door Campari te blenden bij mijn Singin’ in the rye.

Ipa’s en Campari worden wel vaker gemixt tot biercocktail. Ze versterken elkaar door hun bittere toets. Ik wist dus dat het kon. Maar een roggebier? Zelfs al was het stevig gehopt, zoals een ipa? Daar had ik mijn twijfels bij. Even informeren bij Mr cocktailfreak Steven de Wachter bracht echter de ‘Boulevardier’ aan het licht: een variante op de klassieke Negroni, met vermouth, rye whiskey, én… campari. Bingo.

Althans, dat hoop ik toch. Ik bottelde een deel van de batch met Campari, in een verhouding van 1 op 10. De Camparye, dacht ik zo. Nog een paar weken lageren en ik kan vertellen wat het heeft opgeleverd. Cheers!

 

 

Geplaatst op Geef een reactie

Geproefd: de Smash

Hoppige bieren drink je best jong, omdat hoparoma en –smaak snel vervagen. De Smash, die ik een paar weken geleden brouwde met de experimentele Polarishop, moest dus al snel geproefd. En de beschrijvingen die ik over deze hop had gelezen, bleken niet gelogen. Hier gaan we.

Uitzicht: goudgeel. Fijne, witte kraag die mooi tegen het glas kleeft. Proper op z’n eigen, zoals ze zeggen.

Geur: Holy fck. Assertieve muntgeur, sterk geconcentreerd, heftig. Een klein beetje hars in de verte.

Smaak: eerst komt de hopsmaak aanwaaien. Munt, zoals een hartmintje, maar dan vloeibaar. Heel bizar: vlak daarna een kleine zoete toets. Amper mout, maar dat was te verwachten. En dan die bitterheid, die zowat eindeloos is. Pompelmoesvel-bitter, zoiets. En dat met niet meer dan een paar gram hop.

Een heel assertieve, stevige hop dus, die heel opvallend uit de hoek komt. Benieuwd hoe ik die nog eens in andere combinaties kan gebruiken, want puur is hij alvast erg speciaal. Cheers!

Geplaatst op Geef een reactie

Easy: hop ice tea

Een van de voordelen van zelf brouwen is het arsenaal aan bijzondere ingrediënten dat je in huis hebt. Vooral hop is leuk om mee te spelen in de keuken. Hoppen zijn bijvoorbeeld erg lekker in vinaigrette, om een bittere toets toe te voegen, of in kruidige gehaktballetjes. Misschien wel dé favoriet is de zelfgemaakte hop ijsthee. En moeilijk is die niet.

30 gram basterdsuiker en 3 cl limoensap voeg je bij 1 liter bijna kokend water. daar infuseer je 2 minuten je hop in, ongeveer 4 gram, en klaar is Thee. Eventueel kan er nog wat kamille bij, die laat je wat minder lang infuseren. Een grammetje volstaat. Het resultaat is een heerlijk drankje met frisse zure toetsen en een fijne hopsmaak.

Zelf proberen? Bestel dan wat hop, bijvoorbeeld  bij brouwland. Je kiest best voor een Amerikaanse hop met wat citrustonen, zoals Chinook, Columbus of Centennial. Cheers!

 

Geplaatst op Geef een reactie

Ferment it away, baby!

Misschien wel de belangrijkste hoofdrolspeler bij de correcte vergisting van een bier is de temperatuur. Te koud, en je gist valt stil zonder de suikers helemaal om te zetten, te warm en de gist gaat in een soort frenzy waarbij hij zoveel bijsmaken genereert, dat je bier niet meer lekker is.

Ik vergist de “Singin’ in the Rye” zo rond de 20°. De perfecte temperatuur om het bier mooi te laten doorgisten, zonder dat de gist het smaak- en geurprofiel van de hoppen en rogge door de mangel haalt. Om de temperatuur te controleren, gebruik ik een warmteplaat die gestuurd wordt door een temperatuurschakeling, gebouwd door mijn vader. Denk eens aan hem, wanneer jullie de “Singin’ in the Rye” komen proeven…

 

 

Geplaatst op Geef een reactie

Singin’ in the rye…

Rogge. Groeit in barre omstandigheden, is vol van smaak, en staat al bekend als krachtvoer sinds de Vikingen er hun winters op overleefden – in hun brood, en hun bier. Hoog tijd dus om dat ook eens te proberen.

In onze kontreien wordt er meestal gebrouwen met gerst. Gerst is “a brewers’ best friend”: het is namelijk erg hanteerbaar in de brouwerij. In tegenstelling tot, bijvoorbeeld, rogge: die graansoort maakt de ‘mash’, het mengsel van water en mout, namelijk erg kleverig. Daardoor is het veel moeilijker te filteren. Iets voor geduldige zielen volgens de ene, a pain in the ass volgens de ander. Benieuwd wat het wordt. Met Columbus, Centennial en Chinook als hoppen kan het alvast niet fout gaan. Hoop ik.

O ja: de helft van het brouwsel ga ik vlak voor het bottelen blenden met campari. Bitter op bitter: benieuwd wat dàt wordt.